Resultaten KBC Groep NV, 3e kwartaal 2010

Alleen voor leden beschikbaar, wordt daarom gratis lid!

Algemeen advies 10/11/2010 07:39
Samenvatting





KBC sloot het derde kwartaal van 2010 af met een nettowinst van 545 miljoen euro, vergeleken met een nettowinst van 149 miljoen euro in het vorige kwartaal en 528 miljoen euro in het overeenkomstige kwartaal van 2009. Bijgevolg bedroeg de nettowinst 1 136 miljoen euro in de eerste negen maanden van het jaar, tegenover een nettoverlies van 2 770 miljoen euro in de eerste negen maanden van 2009 (dat omvatte een aanzienlijk CDO-gerelateerd verlies in het eerste kwartaal van 2009).



Als we de uitzonderlijke posten buiten beschouwing laten, bedroeg het 'onderliggende' nettoresultaat voor het kwartaal 445 miljoen euro, vergeleken met 554 miljoen euro in het tweede kwartaal van 2010 en 631 miljoen euro in het derde kwartaal van 2009.



Jan Vanhevel, Groeps-CEO: 'Een derde kwartaal wordt vaak beïnvloed door seizoenseffecten en daarmee rekening houdend zijn we tevreden met het resultaat. Onze kernstrategie, die zich concentreert op bankverzekeren in België en geselecteerde Centraal-Europese landen, leverde 445 miljoen euro op dankzij een combinatie van stabiele inkomsten en goed gecontroleerde exploitatiekosten en ondanks de hogere kredietkosten. Het belangrijkste uitzonderlijke element van het voorbije kwartaal was een waardestijging van de CDO-portefeuille. Alle uitzonderlijke elementen samen hadden een positieve invloed van 100 miljoen euro, wat heeft geleid tot een gerapporteerde winst voor het derde kwartaal van 545 miljoen euro.'



Financiële hoofdlijnen derde kwartaal 2010



Jan Vanhevel, groeps-CEO, vat het onderliggende resultaat voor het derde kwartaal van 2010 als volgt samen:

· De onderliggende nettorente-inkomsten bedroegen 1 406 miljoen euro, vergelijkbaar met het cijfer van vorig kwartaal en van het overeenkomstige kwartaal van vorig jaar. In België stond de nettorentemarge wat onder druk, maar steeg het kredietvolume verder in het derde kwartaal, vooral wat betreft hypotheekleningen. In Centraal- en Oost-Europa steeg de nettorentemarge lichtjes. Voor de groep als geheel bedroeg de gemiddelde nettorentemarge voor het kwartaal 1,92%.

· De nettoprovisie-inkomsten bedroegen 367 miljoen euro, dat is een daling van 8% jaar-op-jaar en van 19% kwartaal-op-kwartaal. De verkoop van commissie-gerelateerde producten kende een moeilijk derde kwartaal, en dat was niet alleen het gevolg van seizoenseffecten. Daardoor werden er minder instapkosten en beheersvergoedingen gegenereerd en dat heeft geleid tot de bovenvermelde daling van de nettoprovisie-inkomsten.

· Het nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde (dat omvat de dealingroomactiviteiten) bedroeg 264 miljoen euro, beter dan de lage 147 miljoen euro die in het vorige kwartaal werd geboekt.

· Na aftrek van de technische lasten en het nettoresultaat uit afgestane herverzekering bedroeg het technisch verzekeringsresultaat 90 miljoen euro, een derde beter dan in het tweede kwartaal, onder meer dankzij een lagere schadelast in Centraal- en Oost-Europa.

· De exploitatiekosten bedroegen 1 214 miljoen euro. Als we de boeking van de bankenheffing in Hongarije buiten beschouwing laten, is dat vergelijkbaar met het vorige kwartaal.

· De waardeverminderingen op kredieten bedroegen 356 miljoen euro. Dat is meer dan in het tweede kwartaal van 2010 en vergelijkbaar met het derde kwartaal van 2009. De kredietkostenratio sinds het begin van het jaar bedroeg 0,80%: 0,12% voor de Belgische retailportefeuille, 1,32% in Centraal- en Oost-Europa (lager dan de 1,70% voor 2009) en 1,01% voor Merchantbanking (t.o.v. 1,19% voor 2009).

· Aan het einde van het lopende kwartaal heeft de KBC-groep in het reglementair kapitaal een overschot van ongeveer 4,3 miljard euro opgebouwd (inclusief de impact van alle desinvesteringen waarvoor tot op heden een verkoopovereenkomst is ondertekend) boven de Tier 1-doelstelling van 10%.



Hoofdlijnen van het onderliggende resultaat per divisie:

· Alle divisies leverden een positieve bijdrage tot het onderliggende nettoresultaat.

· De winstbijdrage van divisie België bedroeg 220 miljoen euro in het derde kwartaal van 2010. De daling van 78 miljoen euro ten opzichte van het tweede kwartaal van 2010 is hoofdzakelijk het gevolg van lagere provisie-inkomsten uit de verkoop en het beheer van fondsen, lagere gerealiseerde meerwaarden op de verkoop van obligaties en aandelen, de traditionele seizoensgebonden daling van de dividendinkomsten en de kost gerelateerd aan het Belgische depositogarantiesysteem.

· De winstbijdrage van divisie Centraal- en Oost-Europa bedroeg 53 miljoen euro in het derde kwartaal van 2010. De daling van 59 miljoen euro ten opzichte van het tweede kwartaal van 2010 was grotendeels te wijten aan de boeking van de Hongaarse bankenheffing voor het volledige boekjaar. Ook de grotere waardeverminderingen op kredieten, voornamelijk in Hongarije, beïnvloedden het resultaat. De resultaten van de verzekeringsactiviteiten verbeterden na een zwak tweede kwartaal, dat getroffen werd door de slechte weersomstandigheden.

· De winstbijdrage van divisie Merchantbanking bedroeg 156 miljoen euro in het derde kwartaal van 2010, 35 miljoen euro meer dan in het vorige kwartaal. De belangrijkste oorzaak daarvan was het goede dealingroomresultaat, dat deels werd tenietgedaan door hogere waardeverminderingen voor Ierland en enkele grote kredietdossiers.

· Opmerking: de geplande desinvesteringen van de KBC-groep zijn opgenomen in het Groepscenter en niet in de respectieve divisies. Zo kunnen we een duidelijk overzicht verschaffen van de financiële resultaten van de behouden activiteiten enerzijds en van de geplande desinvesteringen anderzijds. In het derde kwartaal van 2010 bedroeg het nettoresultaat van het Groepscenter 16 miljoen euro.



Het kwartaal werd ook gekenmerkt door een aantal eenmalige of uitzonderlijke elementen die niet behoren tot de gewone bedrijfsuitoefening en daarom niet zijn opgenomen in de onderliggende resultaten. Gezamenlijk hadden ze in het derde kwartaal 2010 een positieve invloed van 0,1 miljard euro. Naast enkele kleinere posten was het belangrijkste niet-operationele element in het derde kwartaal de stijging van de waarde van de CDO's in portefeuille met 0,2 miljard euro, hoofdzakelijk als gevolg van een vernauwing van de creditspreads tussen eind juni 2010 en eind september 2010.






Eerste negen maanden van 2010: resultaten per rubriek



Toelichting per post van de resultatenrekening volgens IFRS voor de eerste negen maanden van 2010 (zie samenvattende tabel op de volgende pagina):

· Het nettoresultaat voor de eerste negen maanden van 2010 bedroeg 1 136 miljoen euro, tegenover -2 770 miljoen euro het jaar voordien, toen in het eerste kwartaal aanzienlijke verliezen werden geboekt, onder meer gerelateerd aan CDO's en aandelen. Als we de uitzonderlijke posten buiten beschouwing laten, bedroeg de onderliggende nettowinst voor de eerste negen maanden van 2010 1 542 miljoen euro, een stijging van 2% in vergelijking met de eerste negen maanden van 2009.

· De nettorente-inkomsten bedroegen 4 647 miljoen euro, 8% meer dan een jaar voordien. Op vergelijkbare basis zijn de kredietvolumes met 2% gedaald ten opzichte van een jaar voordien, terwijl de cliëntendeposito's met 8% zijn toegenomen. De nettorentemarge steeg van 1,81% in de eerste negen maanden van 2009 tot 1,87% in de eerste negen maanden van 2010.

· De verdiende verzekeringspremies, vóór herverzekering, bedroegen 3 466 miljoen euro, 6% minder dan een jaar voordien. Na aftrek van de technische lasten en het nettoresultaat uit afgestane herverzekering bedroeg het technisch verzekeringsresultaat 240 miljoen euro. Het niveau van schadeclaims lag redelijk hoog in de eerste negen maanden van 2010, onder meer als gevolg van de storm Xynthia en de overstromingen in Centraal- en Oost-Europa.

· De nettoprovisie-inkomsten bedroegen 917 miljoen euro, 14% meer dan in de eerste negen maanden van vorig jaar. De verkoop van commissie-gerelateerde producten steeg in vergelijking met het lage niveau van 2009, een jaar waarin de impact van de financiële crisis nog sterk voelbaar was.

· Het nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde (trading- en reëlewaarderesultaat) bedroeg -506 miljoen euro, tegenover -3 846 miljoen euro een jaar geleden. Op onderliggende basis (d.w.z. zonder de uitzonderlijke posten, zoals waardecorrecties op gestructureerde kredieten, verliezen gerelateerd aan de stopzetting van activiteiten van KBC Financial Products, enz., en nadat we alle tradinggerelateerde opbrengsten onder deze post van de winst-en-verliesrekening hebben ondergebracht) bedroeg het trading- en reëlewaarderesultaat 731 miljoen euro, een daling van 17% jaar-op-jaar.

· De andere inkomstencomponenten waren als volgt: de dividendinkomsten uit aandelenbeleggingen bedroegen 76 miljoen euro (104 miljoen euro een jaar geleden), het netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa (obligaties en aandelen) bedroeg 61 miljoen euro (128 miljoen euro een jaar geleden) en de overige netto-inkomsten bedroegen 345 miljoen euro (384 miljoen euro een jaar geleden).

· De exploitatiekosten bedroegen 3 246 miljoen euro, een daling van 12% jaar-op-jaar. Dat heeft te maken met het strategische herfocusseringsprogramma, waarbij niet-kernactiviteiten worden afgebouwd, maar ook met de aanhoudende impact van de strenge kostenbeheersingsmaatregelen in de hele groep. De onderliggende kosten-inkomstenratio van de bankactiviteiten, een maatstaf voor kostenefficiëntie, bedroeg 53%, een verdere verbetering ten opzichte van de 55% voor de eerste negen maanden van 2009.

· De bijzondere waardeverminderingen op leningen en vorderingen bedroegen 990 miljoen euro, een daling met 21% jaar-op-jaar. Die daling was het meest uitgesproken in Centraal-en Oost-Europa en Merchantbanking. Bijgevolg bedroeg de kredietkostenratio op jaarbasis voor de eerste negen maanden van 2010 0,80%, lager dan de 1,11% voor het boekjaar 2009. De overige bijzondere waardeverminderingen bedroegen 112 miljoen euro in de eerste negen maanden van 2010 en hadden voornamelijk betrekking op voor verkoop beschikbare activa (aandelen en obligaties) en goodwill op dochtermaatschappijen en geassocieerde ondernemingen.

· De belastingen bedroegen 16 miljoen euro in de eerste negen maanden van 2010. Dat cijfer omvat een positieve belastinglatentie van 0,4 miljard euro die in het tweede kwartaal werd geboekt.

· Het nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten bedroeg een negatieve 278 miljoen euro. Dat cijfer omvat de resultaten en waardevermindering met betrekking tot de verkoop van KBL EPB, die zijn ondergebracht in deze post in lijn met de IFRS-boekhoudregels (de referentiecijfers werden overeenkomstig aangepast).

· Eind september 2010 bedroeg het totale eigen vermogen 18,8 miljard euro, een stijging van 1,6 miljard ten opzichte van het begin van het jaar. Dat komt grotendeels omdat het positieve resultaat over de eerste negen maanden van 2010 is meegeteld en door een stijging van de herwaarderingsreserve voor verkoop beschikbare activa. De Tier 1-kapitaalratio van de groep - een maatstaf voor financiële draagkracht - bedroeg een stevige 12,1%. Inclusief de impact van alle tot op heden aangekondigde verkoopovereenkomsten (zoals KBL EPB), loopt de pro forma Tier 1-ratio zelfs op tot ongeveer 13,4%.




Overige informatie


Strategische hoofdlijnen en belangrijkste gebeurtenissen

· In het derde kwartaal van dit jaar hebben we de uitvoering van ons strategisch herfocusseringsplan voortgezet. In het begin van het kwartaal ondertekenden we verkoopovereenkomsten voor de activiteiten in converteerbare obligaties en Aziatische aandelenderivaten (met Daiwa Capital Markets), voor Secura (met QBE Insurance Group), voor KBC Securities Baltic Investment Company (met het management), voor KBC Peel Hunt (met het management) en voor KBC Business Capital (met PNC Financial Services). Sommige van die overeenkomsten zijn al afgerond en we verwachten dat de andere in de komende maanden zullen volgen. Ook de geleidelijke afbouw van de kredietportefeuille buiten de thuismarkten werd voortgezet in het derde kwartaal: eind september 2010 hebben we al ongeveer twee derde van de geplande organische afbouw uitgevoerd. Daarnaast zijn er nog enkele maatschappijen die gedesinvesteerd zullen worden om zo de internationale kredietportefeuille verder af te bouwen. De voorbereidingen om een minderheidsbelang in onze Tsjechische bankdochter naar de beurs te brengen verlopen volgens plan. We zijn stand-by om de beursintroductie te lanceren zodra de omstandigheden optimaal zijn voor een succesvolle transactie. Het verkoopproces voor onze aanvullende verkoopkanalen in België (Centea en Fidea) verloopt volgens plan.

· Zoals we eerder al meedeelden, heeft KBC de bedoeling de kernkapitaaleffecten uitgegeven aan de Staat terug te betalen, grotendeels door winstgeneratie en door kapitaal vrij te maken dat momenteel vastzit in niet-kernactiva waarvoor een desinvestering is gepland of die worden afgebouwd. KBC neemt zich ook voor een reglementaire Tier 1-kapitaalratio van 10% aan te houden, waarvan 8% kernkapitaal, volgens de Basel II-kapitaalvereisten.

· De recente verklaringen over de Basel III-regelgeving noopten de financiële instellingen ertoe een bijkomende verduidelijking te geven over de precieze impact op hun kapitaalbehoeften. Hoewel het Basel III raamwerk nog niet volledig duidelijk noch beslist is, is de voornaamste conclusie alvast dat de KBC-groep voldoet aan de common equity ratio volgens Basel III zonder dat het kapitaal moet worden verhoogd.

· Op 22 juli 2010 keurde het Hongaarse parlement een wet goed die een nieuwe bankenheffing voor 2010, 2011 en 2012 inhoudt. Die heffing heeft in 2010 een negatieve invloed op de winst van K&H Bank en K&H Insurance van ongeveer 57 miljoen euro voor belastingen (46 miljoen euro na belastingen). De impact voor het boekjaar 2010 werd volledig geboekt in het derde kwartaal van dit jaar. Daarnaast is de effectieve kost met betrekking tot het Belgische depositogarantiesysteem in 2010 14 miljoen euro hoger dan initieel gepland.

· In het derde kwartaal hield de bezorgdheid over de blootstelling van sommige financiële instellingen aan bepaalde overheidsobligaties aan. In dat verband is het interessant erop te wijzen dat ten gevolge van een reductie van zowel de bank- als de handelsportefeuille de blootstelling van KBC aan Griekse overheidsobligaties op 30 september 2010 gedaald was tot 0,8 miljard euro. Meer informatie over de blootstelling van KBC aan overheidsobligaties van een aantal Zuid-Europese landen en Ierland wordt gegeven in het deel Geconsolideerde financiële staten van het kwartaalverslag.






Beperkte weergave !
Leden hebben toegang tot meer informatie! Omdat u nog geen lid bent of niet staat ingelogd, ziet u nu een beperktere pagina. Wordt daarom GRATIS Lid of login met uw wachtwoord


Copyrights © 2000 by XEA.nl all rights reserved
Niets mag zonder toestemming van de redactie worden gekopieerd, linken naar deze pagina is wel toegestaan.


Copyrights © DEBELEGGERSADVISEUR.NL