Resultaten KBC Groep NV, 3e kwartaal 2011

Alleen voor leden beschikbaar, wordt daarom gratis lid!

Algemeen advies 10/11/2011 07:10
- Samenvatting: Aanzienlijke vooruitgang in uitvoering strategisch plan, derdekwartaalresultaten beïnvloed door uitzonderlijke posten en eenmalige elementen.
KBC heeft het derde kwartaal van 2011 afgesloten met een 'onderliggend' nettoresultaat van -248 miljoen euro, maar zonder de éénmalige elementen veroorzaakt door de huidige uitzonderlijke marktomstandigheden zou dit +222 miljoen euro zijn geweest. Dat is te vergelijken met +528 miljoen euro in het tweede kwartaal van 2011 en +445 miljoen euro in het derde kwartaal van 2010. Het onderliggende resultaat voor de eerste negen maanden van 2011 bedroeg +937 miljoen euro, tegenover +1 542 miljoen euro voor dezelfde periode in 2010.

Het IFRS-nettoresultaat voor het derde kwartaal van 2011 kwam uit op een nettoverlies van 1 579 miljoen euro, in vergelijking met een nettowinst van 333 miljoen euro in het vorige kwartaal en 545 miljoen euro in het overeenkomstige kwartaal van 2010. Dat betekent dat de groep in totaal een nettoverlies van 424 miljoen euro heeft gegenereerd in de eerste negen maanden van 2011, tegenover een nettowinst van 1 136 miljoen euro voor dezelfde periode in 2010.

Jan Vanhevel, Groeps-CEO: 'Het derde kwartaal werd voor KBC gekenmerkt door blijvend goede onderliggende inkomsten en een aanzienlijke vooruitgang in ons desinvesteringsplan en de afbouw van onze risico's. We tekenden verkoopovereenkomsten voor KBL EPB en Fidea. We hebben ons CDO- en ABS-risico verder afgebouwd en hebben onze oorspronkelijke doelstelling al bereikt (0,5 miljard euro kapitaalvrijgave). We hebben ook onze positie overheidsobligaties van Zuid-Europese landen aanzienlijk afgebouwd.

Helaas werden de derdekwartaalresultaten ook sterk beïnvloed door uitzonderlijke elementen verbonden aan het onzekere macro-economische klimaat en de moeilijke, turbulente marktomstandigheden. We betreuren het dat we in het derde kwartaal een verlies boeken dat grotendeels te wijten is aan die marktgebonden elementen.

Nochtans blijven onze kernactiviteiten fundamenteel gezond en hebben we een erg stevige cliëntenbasis op onze kernmarkten in België en Centraal-Europa, waar we de kredieten en deposito's verder zagen groeien en we een uitstekend onderliggend verzekeringsresultaat neerzetten. We hebben een gezond liquiditeitsprofiel dat wordt ondersteund door een stabiele cliëntendepositobasis. Bovendien is en blijft onze solvabiliteitspositie sterk zodat we de kredietverlening aan onze cliënten konden blijven opvoeren.

Ik zou daaraan willen toevoegen dat onze al comfortabele kapitaalpositie nog is versterkt omdat de Belgische toezichthouder de Yield Enhanced Securities (YES) heeft erkend als kernkapitaal (common equity) onder het huidige CRD 4-voorstel. We blijven er naar streven om de 7 miljard euro aan de overheid terug te betalen tegen eind 2013, in overeenstemming met het Europese plan.

KBC heeft alvast zijn intentie bekendgemaakt om tegen het einde van het jaar een eerste tranche van de YES voor een bedrag van 500 miljoen euro aan de federale overheid terug te betalen binnen het kader van het conversiemechanisme. De federale overheid heeft bevestigd dat daarvoor een penalty premie van 15% toegepast wordt. De Vlaamse regering heeft ermee ingestemd af te zien van haar 'pari passu' rechten met betrekking tot deze terugbetaling en bijkomende terugbetalingen die worden uitgevoerd vóór eind 2012.



We zullen ons strategisch plan verder uitvoeren met blijvende toewijding en vastberadenheid zodat we de staatssteun tijdig kunnen terugbetalen en we willen een actieve rol blijven spelen in de Europese financiële sector, ten voordele van onze cliënten, werknemers, aandeelhouders en andere stakeholders. De goede resultaten van oktober 2011 laten ons toe een indicatie mee te geven voor de onderliggende jaarwinst van 1,2 tot 1,4 miljard euro.'



Naast het strikt beheer inzake risicogewogen activa (daling met 6,7 miljard euro in het derde kwartaal), ondernam KBC ook een aantal acties om de volatiliteit van de resultaten te verminderen.

· CDO-risico
in het derde kwartaal hebben we ons CDO-risico verlaagd met 2,5 miljard euro; dat is een daling met 12% van het uitstaande notionele bedrag. Dat werd bereikt door vervroegde stopzettingen en verkopen tegen beperkte kosten.

· ABS-risico
in het derde kwartaal hebben we ons ABS-risico verlaagd met 0,7 miljard euro; dat is een daling met 17% van het uitstaande notionele bedrag. Dat werd bereikt door verkopen tegen beperkte kosten.

· Positie Zuid-Europese overheidsobligaties

In het derde kwartaal hebben we onze positie overheidsobligaties van Zuid-Europese landen aanzienlijk afgebouwd. De afbouw bedroeg 2,9 miljard euro, of meer dan 30% tegenover de situatie einde juni. Ook na eind september hebben we die positie verder afgebouwd, met 1,6 miljard euro.

.

Belangrijkste uitzonderlijke factoren in het derde kwartaal van 2011 die een invloed hadden op het IFRS-resultaat:

· Desinvesteringen: eenmalige impact
Ondanks de bijzonder moeilijke marktomstandigheden is de uitvoering van ons strategisch plan goed gevorderd, met onder meer de ondertekening van verkoopovereenkomsten voor KBL EPB en Fidea. De transacties met betrekking tot de verkoop van Centea en het belang van KBC Asset Management in KBC Concord Asset Management Co. Ltd. (Taiwan) werden afgerond, en KBC Securities rondde de desinvestering af van zijn activiteiten in Servië en Roemenië. De andere geplande desinvesteringen zitten op schema. De desinvesteringen van KBL EPB en Fidea hadden samen een negatieve invloed van 0,6 miljard euro op het nettoresultaat van KBC voor het derde kwartaal, maar hadden een positieve impact op het kapitaal.

· Invloed van de creditspread op CDO's
Tijdens het derde kwartaal nam de wereldwijde economische onzekerheid toe. Dat heeft geleid tot volatiele markten en een aanzienlijke verbreding van de creditspreads op bedrijfsobligaties en ABS'en. Dat leidde tot een afwaardering van de CDO's in portefeuille met ongeveer 0,6 miljard euro. 30% van de niet-gerealiseerde verliezen geboekt in het derde kwartaal konden al worden teruggedraaid in oktober 2011.



Belangrijkste eenmalige factoren in het derde kwartaal van 2011 die een invloed hadden op het onderliggende resultaat:

· Griekenland: eenmalige impact

Als gevolg van de verslechterende schuldpositie van Griekenland op de financiële markten hebben we dit kwartaal een bijkomende waardevermindering van 126 miljoen euro na belastingen (176 miljoen euro vóór belastingen) moeten boeken op onze portefeuille Griekse overheidsobligaties (daardoor bedraagt de totale waardevermindering op Griekse overheidsobligaties op 30 september 2011 58% van de nominale waarde van die obligaties).

We boekten ook een voorziening van 174 miljoen euro na belastingen (263 miljoen vóór belastingen) met betrekking tot de intentie die KBC heeft om op vrijwillige basis de obligaties (KBC Ifima 5/5/5 en KBC Groep 5-5-5) verkocht aan retailcliënten terug te kopen, wanneer zich een credit event voordoet. Die gestructureerde obligaties werden uitgegeven in de lente van 2008 met een looptijd van vijf jaar en een brutocoupon van 5% (die tot nu toe allemaal zijn uitbetaald), en zijn tot hun vervaldag gekoppeld aan de kredietwaardigheid van vijf landen (België, Frankrijk, Spanje, Italië en Griekenland). Alle houders van die obligaties werden in maart 2011 op de hoogte gesteld van het bijkomende zekerheidsmechanisme dat KBC had opgezet. Tot op de dag van publicatie van dit kwartaalverslag heeft er zich nog geen credit event voorgedaan, maar aangezien de probabiliteit van een credit event door de financiële markten op hoger dan 50% werd ingeschat op 30 september 2011, heeft KBC in de 3KW2011-resultaten een voorziening hiervoor aangelegd. Indien zich geen credit event (volgens de ISDA-definitie) voordoet, zal de voorziening worden teruggenomen.

· Hongarije: eenmalige impact

In september werd in Hongarije een nieuwe wet ingevoerd die bedoeld is om gezinnen met een hypotheeklening in buitenlandse valuta te helpen. Die wet geeft de gezinnen de mogelijkheid om gedurende een beperkte periode hun schulden in buitenlandse valuta in één keer af te betalen tegen een vaste, lagere wisselkoers. Het verschil tussen de vaste wisselkoers en de marktkoers is ten laste van de banken. De Hongaarse Vereniging van Banken is met de zaak naar het Grondwettelijk Hof in Boedapest gestapt. Niettegenstaande heeft KBC voor zijn portefeuille hypothecaire kredieten in vreemde valuta een waardevermindering geboekt van 74 miljoen euro na belastingen (92 miljoen vóór belastingen), ervan uitgaande dat naar schatting 20% van alle debiteuren hun kredieten in vreemde valuta vervroegd zullen terugbetalen.

· Bulgarije: eenmalige impact
KBC heeft zijn Bulgaarse activa grondig geëvalueerd en de Groep heeft een bijkomende waardevermindering van 96 miljoen euro geboekt.



Belangrijkste bijzondere elementen in het derde kwartaal van 2011 die een invloed hadden op het onderliggende resultaat:

· Aandelenportefeuille
Door de daling van de beurs moest een waardevermindering van 87 miljoen euro (vóór en na belastingen) op de aandelenportefeuille worden geboekt.

· Ierland
Bij de presentatie van de tweedekwartaalresultaten in augustus wezen we erop dat we een toename vaststelden van het aantal betalingsachterstallen. De economische situatie en de Ierse markt zijn niet verbeterd zoals we hadden verwacht en de besparingsmaatregelen van de Ierse regering hebben zware druk uitgeoefend op de financiële draagkracht van de gezinnen. Daarnaast zagen we een wijziging in het gedrag van sommige kredietnemers. Bijgevolg hebben we in het derde kwartaal van 2011 een kredietvoorziening van164 miljoen euro na belastingen (187 miljoen euro vóór belastingen) geboekt.

Afgezien van die factoren werden de onderliggende resultaten in het derde kwartaal gekenmerkt door gezonde nettorente-inkomsten, een strikte kostencontrole, een uitstekende gecombineerde ratio en goede levensverzekeringsresultaten, en een stevige liquiditeits- en solvabiliteitspositie. De kredietkostenratio in onze kernmarkten blijft laag (uitgezonderd de specifieke situaties in Hongarije en Bulgarije). Fundamenteel blijft de loan-to-depositratio van KBC sterk (85% eind september 2011), wat zich vertaalt in een robuste liquiditeitspositie.

Met een totale Tier 1-ratio van 14,4% en een core Tier 1-ratio van 12,6% (inclusief de impact van de verkoop van KBL EPB en Fidea) blijft de solvabiliteit niet alleen stevig maar overstijgt ze ook de drempel uit de recente EBA-stresstest.

Volgens de EBA-stresstest op basis van de cijfers van eind juni (zie KBC-persbericht van 27 oktober 2011) voldeden zowel KBC Groep als KBC Bank aan de core Tier 1-drempel van 9%, zoals bepaald door de EBA (kapitaalpositie volgens Basel2.5, gecorrigeerd voor de afwaardering van de overheidsobligaties in portefeuille gebaseerd op marktkoersen van 30 september 2011). De voorlopige kapitaalbuffer die is vastgesteld eind juni is voldoende om de resultaten van het derde kwartaal van 2011 te dekken. Een update van het resultaat van de EBA-oefening op basis van de posities en marktkoersen op 30 september zal naar alle verwachting worden gepubliceerd in november 2011.

Jan Vanhevel besluit: 'In het derde kwartaal bevonden we ons in een moeilijke bedrijfsomgeving en we beseffen dat dit harde tijden zijn voor de meeste economieën en voor miljoenen mensen. KBC was daar uiteraard niet immuun voor en onze resultaten zijn er zwaar door beïnvloed. Toch blijft KBC voortbouwen op en profiteren van zijn gezond cliëntgericht bankverzekeringsmodel, wat ook wordt aangetoond door de goede resultaten in oktober. Dat resulteerde in een sterke liquiditeits- en solvabiliteitspositie, die ons helpt een solide Europese financiële speler te blijven en de projecten van onze cliënten actief te blijven financieren, zelfs in uiterst moeilijke omstandigheden. Het Directiecomité heeft beslist afstand te doen van zijn variabele vergoeding voor het boekjaar 2011, ongeacht de verdere ontwikkeling van de winst in de resterende maanden van dit jaar'.

Financiële hoofdlijnen 3kw2011 (onderliggend)
Jan Vanhevel, groeps-CEO, vat het onderliggende resultaat voor het derde kwartaal van 2011 als volgt samen:

De bruto-opbrengsten profiteerden van stabiele rente-inkomsten en een verbeterd technisch verzekeringsresultaat, maar werden beïnvloed door lagere provisie-inkomsten, een zwak tradingresultaat en de voorziening die werd aangelegd voor de 5-5-5-producten.

De onderliggende nettorente-inkomsten bedroegen 1 342 miljoen euro. Op het eerste gezicht is dat -5% ten opzichte van hetzelfde kwartaal vorig jaar en -3% ten opzichte van vorig kwartaal, maar dat is hoofdzakelijk het gevolg van de deconsolidatie van Centea (als we dat buiten beschouwing laten zijn de nettorente-inkomsten nagenoeg gelijk gebleven). De nettorentemarge bedroeg 1,98% voor het derde kwartaal. Dat is stabiel tegenover vorig kwartaal en 6 basispunten meer dan het derde kwartaal van 2010. In divisie België stegen de krediet- en depositovolumes zowel ten opzichte van vorig jaar als van vorig kwartaal (kredieten: +5% jaar-op-jaar en +2% kwartaal-op-kwartaal; deposito's: +9% jaar-op-jaar en +3% kwartaal-op-kwartaal). De kredietportefeuille in divisie Centraal- en Oost-Europa steeg met 3% jaar-op-jaar (dankzij Tsjechië en Slowakije) en met 1% kwartaal-op-kwartaal, en ook de deposito's stegen er met 3% jaar-op-jaar en met 1% kwartaal-op-kwartaal. In overeenstemming met de strategie om de internationale kredietactiviteiten af te bouwen daalde de kredietportefeuille van divisie Merchantbanking met 4% jaar-op-jaar (stabiel in het laatste kwartaal), terwijl de depositobasis kromp met 17% jaar-op-jaar (8% in het laatste kwartaal), gerelateerd aan de verlaging van de internationale kredietportefeuille.
Het technisch verzekeringsresultaat was bijzonder goed in het derde kwartaal van 2011: na aftrek van de technische lasten en het nettoresultaat uit afgestane herverzekering bedroeg het technisch verzekeringsresultaat 138 miljoen euro in het derde kwartaal van 2011, een stijging van 52% ten opzichte van vorig jaar en van 12% ten opzichte van het vorige kwartaal. Bovendien stegen onze premie-inkomsten uit schadeverzekeringen op vergelijkbare basis met 7% jaar-op-jaar en de gecombineerde ratio sinds het begin van het jaar bedroeg een uitstekende 90%. In Leven zagen we een forse stijging in de verkoop van tak 23-producten, zowel in België als in Centraal- en Oost-Europa, die de daling van producten met rentegarantie meer dan compenseert.
Het nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde bedroeg in het derde kwartaal van 2011 10 miljoen euro. Dat is heel wat minder dan vorig kwartaal en dan een jaar geleden en is te wijten aan het zwakke resultaat van de dealingroom in het voorbije kwartaal.
De nettoprovisie-inkomsten bedroegen 367 miljoen euro, ongewijzigd ten opzichte van hetzelfde kwartaal vorig jaar maar 7% minder dan vorig kwartaal. De nettoprovisie-inkomsten leden onder de relatief lage provisies die de vermogensbeheeractiviteiten genereerden (verminderde risicobereidheid van de beleggers).
De overige inkomstencomponenten bedroegen samen -185 miljoen euro. De voorziening van 263 miljoen euro die werd aangelegd met betrekking tot de voorwaardelijke terugbetalingsintentie van KBC ten opzichte van zijn retailcliënten voor de 5/5/5-producten had een aanzienlijke negatieve impact (opgenomen onder de post Overige netto-inkomsten).

Stabiele exploitatiekosten, aanzienlijke kredietvoorzieningen voor Hongarije, Bulgarije en Ierland en bijkomende waardevermindering op Griekse overheidsobligaties.

De exploitatiekosten bedroegen 1 172 miljoen euro in het derde kwartaal van 2011. Dat lag in de lijn van het vorige kwartaal (+1%) en was ook vergelijkbaar met het niveau van het derde kwartaal van 2010 als we de boeking van de Hongaarse bankenheffing voor het boekjaar 2010 in het derde kwartaal van 2010 niet meetellen. De kosten-inkomstenratio sinds het begin van het jaar bedroeg 61% (58% exclusief de impact van het 5-5-5-product) en toont duidelijk aan dat de kosten onder controle blijven.
De waardeverminderingen op kredieten bedroegen 475 miljoen euro in het derde kwartaal, meer dan de 356 miljoen euro van een jaar geleden en meer dan de 164 miljoen euro van vorig kwartaal, en zijn te wijten aan omvangrijke bijkomende voorzieningen die zijn aangelegd voor Ierland, Hongarije (door de nieuwe wetgeving op kredieten in vreemde valuta) en Bulgarije. Bijgevolg bedraagt de kredietkostenratio op jaarbasis voor de eerste negen maanden van 2011 nu 0,61%, op te splitsen in een uitstekende 0,09% voor de Belgische retailportefeuille (nog verder gedaald van 0,15% voor het boekjaar 2010), 1,44% in Centraal- en Oost-Europa (gestegen van 1,16% voor het boekjaar 2010) en 0,90% voor Merchantbanking (gedaald van 1,38% voor het boekjaar 2010).
De overige waardeverminderingen bedroegen 265 miljoen euro in het derde kwartaal van 2011 en hadden hoofdzakelijk te maken met de aandelen in de beleggingsportefeuille (87 miljoen euro) en een bijkomende waardevermindering op Griekse overheidsobligaties (176 miljoen euro, bovenop de 139 miljoen euro die in het vorige kwartaal werd geboekt). Dat bracht de totale geboekte waardevermindering op 58% van het nominale bedrag van die obligaties.

Stevige solvabiliteitspositie volgens Basel II.

De Tier 1-ratio van de groep (volgens Basel II) bedroeg een stevige 13,6% op 30 september 2011 (core Tier 1: 11,7%). Inclusief de impact van desinvesteringen waarvoor tot op heden een verkoopovereenkomst is ondertekend (Fidea en KBL EPB) bedraagt de pro forma Tier 1-ratio zelfs ongeveer 14,4% (core Tier 1-ratio: 12,6%).

Hoofdlijnen van het onderliggende resultaat per divisie.

Divisie België leverde een winstbijdrage van 32 miljoen euro in het derde kwartaal van 2011. Dat is 206 miljoen euro minder dan in het tweede kwartaal van 2011. Het kwartaal werd gekenmerkt door stabiele nettorente-inkomsten, excellente verzekeringsresultaten en zeer lage waardeverminderingen voor kredieten. De kwartaal-op-kwartaaldaling is volledig toe te schrijven aan de voorziening van 132 miljoen euro (vóór belastingen) met betrekking tot de voorwaardelijke terugbetalingsintentie van KBC ten opzichte van zijn retailcliënten voor de 5/5/5-producten, en aan de aanzienlijke waardeverminderingen op aandelen en Griekse overheidsobligaties in de beleggingsportefeuille.
Divisie Centraal- en Oost-Europa (Tsjechië, Slowakije, Hongarije en Bulgarije) boekte een verlies van 40 miljoen euro in het derde kwartaal van 2011, tegenover een winst van 146 miljoen euro in het vorige kwartaal. Het kwartaal werd gekenmerkt door een goede verkoop van levensverzekeringen, een gunstige gecombineerde ratio en stabiele nettorente-inkomsten. De kwartaal-op-kwartaaldaling was bijna volledig toe te schrijven aan de waardevermindering op de kredietportefeuilles in Hongarije (hypotheekleningen in vreemde valuta) en Bulgarije en op Griekse overheidsobligaties.
Divisie Merchantbanking boekte een verlies van 196 miljoen euro in het derde kwartaal van 2011, tegenover een winst van 63 miljoen euro in het tweede kwartaal van 2011. De daling is voornamelijk het gevolg van de voorziening van 132 miljoen euro (vóór belastingen) met betrekking tot de voorwaardelijke terugbetalingsintentie van KBC ten opzichte van zijn retailcliënten voor de 5/5/5-producten, hogere waardeverminderingen op leningen en vorderingen in Ierland en een zwak dealingroomresultaat.
Er dient op gewezen te worden dat alle geplande desinvesteringen in de KBC-groep (ook die die het gevolg zijn van de wijziging van het strategisch plan midden 2011, nl. Kredyt Bank en Warta in Polen) zijn opgenomen in het Groepscenter en niet in de respectieve divisies. Zo kunnen we een duidelijk overzicht verschaffen van de financiële resultaten van de behouden activiteiten enerzijds en van de geplande desinvesteringen anderzijds. In het derde kwartaal van 2011 bedroeg het nettoresultaat van het Groepscenter -44 miljoen euro ten opzichte van 81 miljoen euro in het vorige kwartaal. Dat resultaat werd onder andere beïnvloed door de waardevermindering van 43 miljoen euro (vóór belastingen) op Griekse overheidsobligaties (bovenop de 36 miljoen euro die werd geboekt in het vorige kwartaal) en door de desinvestering van Centea.

Aanzienlijke negatieve waardecorrecties domineren uitzonderlijke elementen.

Het kwartaal werd ook gekenmerkt door een aantal uitzonderlijke elementen die niet behoren tot de gewone bedrijfsuitoefening en daarom niet zijn opgenomen in de onderliggende resultaten. Gezamenlijk hadden ze in het derde kwartaal van 2011 een negatieve invloed van 1,3 miljard euro. Naast enkele kleinere posten waren de belangrijkste niet-operationele elementen in het derde kwartaal van 2011:
een afwaardering van de CDO's in portefeuille met 0,6 miljard euro (vooral als gevolg van een verbreding van de creditspreads op bedrijfsobligaties en ABS'en).
een negatieve marked-to-marketaanpassing van de waarde van de tradingderivaten die als afdekkingsinstrument worden gebruikt van 0,2 miljard euro, voornamelijk als gevolg van een verdere verbreding van de spreads op overheidsobligaties.
een positieve marked-to-marketaanpassing van 0,2 miljard euro voor het eigen kredietrisico van KBC.
een waardevermindering op goodwill van 0,1 miljard euro voor CIBank in Bulgarije.
een negatieve 0,6 miljard euro als gevolg van de verkoopovereenkomsten die werden ondertekend voor KBL EPB en Fidea.

Eerste negen maanden van 2011: resultaten per rubriek (IFRS)
Toelichting per rubriek van de resultatenrekening volgens IFRS voor de eerste negen maanden van 2011 (zie samenvattende tabellen op de volgende pagina):

Het IFRS-nettoresultaat voor de eerste negen maanden van 2011 bedroeg -424 miljoen euro, in tegenstelling tot +1 136 miljoen euro voor dezelfde periode in 2010.
De nettorente-inkomsten bedroegen 4 142 miljoen euro in de eerste negen maanden van 2011. Exclusief de ondernemingen die ondertussen werden verkocht, zijn de onderliggende nettorente-inkomsten met 1% gestegen jaar-op-jaar. Op vergelijkbare basis is de kredietportefeuille met 1% gestegen jaar-op-jaar. In overeenstemming met ons voornemen om onze internationale kredietportefeuille buiten onze thuismarkten af te bouwen, is de kredietportefeuille met 4% gekrompen in Merchantbanking en met 2% in Groepscenter. Anderzijds groeiden de kredietportefeuilles in onze kernmarkten België en Centraal- en Oost-Europa met respectievelijk 5% en 3% jaar-op-jaar. De hypotheekleningen droegen aanzienlijk bij tot die groei met een stijging ten opzichte van een jaar geleden van maar liefst 8% voor België en 4% voor Centraal- en Oost-Europa. De cliëntendeposito's stegen met 9% in België, met 3% in Centraal- en Oost-Europa en daalden fors in Merchantbanking en Groepscenter. De nettorentemarge bleef min of meer gelijk, zowel in België als in Centraal- en Oost-Europa.
Na aftrek van de technische lasten en het nettoresultaat uit afgestane herverzekering bedroeg het technisch verzekeringsresultaat 379 miljoen euro, een stijging van 57% ten opzichte van een jaar eerder. De eerste negen maanden van 2011 werden gekenmerkt door relatief lage claims. De gecombineerde ratio voor de schadeverzekeringsmaatschappijen van de groep bedroeg voor de eerste negen maanden van 2011 een uitstekende 90% (85% in België, 93% in Centraal- en Oost-Europa), heel wat beter dan de 100% voor het boekjaar 2010.
De nettoprovisie-inkomsten bedroegen 877 miljoen euro in de eerste negen maanden van 2011, 4% minder dan in de eerste negen maanden van 2010. In het derde kwartaal bleef de verkoop van producten waaraan provisie-inkomsten zijn gekoppeld matig en daalde het beheerd vermogen met 9% jaar-op-jaar tot 193 miljard euro per eind september 2011 (150 miljard euro als we KBL EPB buiten beschouwing laten). Dat is zowel toe te schrijven aan het negatieve prijseffect als aan de negatieve netto-instroom.
Het nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde (trading- en reëlewaarderesultaat) bedroeg in de eerste negen maanden van 2011 -613 miljoen euro, tegenover -506 miljoen euro in de eerste negen maanden van 2010. Onderliggend (d.w.z. zonder de uitzonderlijke posten, zoals waardecorrecties op gestructureerde kredieten, resultaten gerelateerd aan de stopzetting van activiteiten van KBC Financial Products, en nadat we alle tradinggerelateerde opbrengstenposten onder deze post van de winst-en-verliesrekening hebben ondergebracht) bedroeg het trading- en reëlewaarderesultaat 371 miljoen euro in de eerste negen maanden van 2011, een daling van 49% ten opzichte van een jaar geleden.
De overige inkomstencomponenten waren als volgt: de dividendinkomsten uit aandelenbeleggingen bedroegen 70 miljoen euro, het netto gerealiseerde resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa (obligaties en aandelen) bedroeg 86 miljoen euro en de overige netto-inkomsten bedroegen 53 miljoen euro. Die laatste post werd beïnvloed door een voorziening van 263 miljoen euro die in het derde kwartaal van 2011 werd geboekt met betrekking tot de voorwaardelijke terugbetalingsintentie van KBC ten opzichte van zijn retailcliënten voor de 5/5/5-producten.
De exploitatiekosten bedroegen voor de eerste negen maanden van 2011 3 301 miljoen euro. Dat is 2% meer dan voor de eerste negen maanden van 2010, waarbij factoren als inflatie, loonstijgingen en de hogere bankbelasting het effect van de deconsolidatie van entiteiten tenietdeden. De onderliggende kosten-inkomstenratio van de bankactiviteiten, een maatstaf voor kostenefficiëntie, bedroeg 61% in de eerste negen maanden van 2011, meer dan de 56% geboekt voor het boekjaar 2010 (die stijging is duidelijk ook beïnvloed door de lagere totale opbrengsten, cf. de voorziening voor het 5-5-5-product).
De totale waardeverminderingen bedroegen 1 377 miljoen euro in de eerste negen maanden van 2011. De waardeverminderingen op leningen en vorderingen bedroegen 733 miljoen euro, een daling ten opzichte van de 990 miljoen euro die werd geboekt voor de eerste negen maanden van 2010 niettegenstaande het hoge niveau dat werd geboekt in het derde kwartaal van 2011 voor Ierland, Hongarije en Bulgarije. Bijgevolg bedroeg de kredietkostenratio op jaarbasis voor de eerste negen maanden van 2011 0,61%, beter dan de 0,91% voor het boekjaar 2010. De overige waardeverminderingen bedroegen in totaal 644 miljoen euro voor de eerste negen maanden van 2011 (tegenover 111 miljoen euro voor de eerste negen maanden van 2010) en hadden voornamelijk te maken met de geboekte waardeverminderingen op Griekse overheidsobligaties in het tweede en derde kwartaal (315 miljoen euro, vóór belastingen), op aandelen in de beleggingsportefeuille (106 miljoen euro) en op goodwill (79 miljoen euro, die onder andere betrekking heeft op CIBank in Bulgarije).
De winstbelasting bedroeg voor de eerste negen maanden van 2011 245 miljoen euro.
Eind september 2011 bedroeg het totaal eigen vermogen 17,4 miljard euro, een daling van 1,3 miljard euro ten opzichte van het begin van het jaar, voornamelijk door de intelling van het negatieve resultaat voor de eerste negen maanden van 2011 (-0,4 miljard euro) en de dividenduitkering en de couponbetaling aan de overheid (samen -0,9 miljard euro). De Tier 1-kapitaalratio van de groep - een maatstaf voor financiële draagkracht - bedroeg eind september 2011 een gezonde 13,6%.
Overige informatie

Strategische hoofdlijnen en belangrijkste gebeurtenissen

De kernstrategie van KBC blijft gericht op bankverzekeren in België en een selectie van landen in Centraal- en Oost-Europa (Tsjechië, Slowakije, Hongarije en Bulgarije). In overeenstemming met zijn strategisch plan, dat in juli 2011 werd aangepast (onder meer de geplande beursgang van een minderheidsbelang in CSOB werd vervangen door de desinvestering van Kredyt Bank en Warta in Polen), gaat de groep door met de verkoop of afbouw van een aantal (niet-kern) activiteiten (zie verder).

In het derde kwartaal van 2011 hebben we de uitvoering van ons strategisch herfocusseringsplan voortgezet:
Op 1 juli 2011 werd de verkoop van Centea aan Landbouwkrediet (België) afgerond. Met die overeenkomst maakte KBC ongeveer 0,4 miljard euro kapitaal vrij, voornamelijk door de verlaging van zijn risicogewogen activa met 4,2 miljard euro. Dat verhoogde de Tier 1-ratio van KBC met circa 0,4%. De meerwaarde op de transactie is beperkt.
Op 3 augustus 2011 werd aangekondigd dat KBC Securities zijn activiteiten in Servië en Roemenië had gedesinvesteerd. Het had daarvoor een overeenkomst bereikt met de lokale managementteams over een managementbuy-out (zeer beperkte invloed op winst en kapitaal van de groep).
Op 10 augustus 2011 werd de verkoop afgerond van het belang van 55,46% van KBC Asset Management in KBC Concord Asset Management Co. Ltd. aan Value Partners Ltd. (zeer beperkte invloed op winst en kapitaal van de groep).
Op 10 oktober 2011 bereikte KBC een overeenkomst met Precision Capital voor de verkoop van zijn privatebankingdochter KBL European Private Bankers ('KBL EPB') voor een totaal bedrag van 1 050 miljoen euro (50 miljoen euro daarvan is afhankelijk van de resultaten van KBL EPB ('conditional earn out')). Met de transactie maakt KBC in totaal ongeveer 0,7 miljard euro aan kapitaal vrij, wat leidt tot een verhoging van de Tier 1-ratio van KBC met 0,6%. Daarnaast werd de voorbije 18 maanden al ongeveer 115 miljoen euro aan kapitaal vrijgemaakt door een vermindering van de risicogewogen activa. De transactie had een invloed op de resultaten voor het derde kwartaal van 2011 van ongeveer -0,4 miljard euro. De transactie zal worden afgerond na goedkeuring door de toezichthouder.
Op 17 oktober 2011 bereikte KBC een overeenkomst met J.C. Flowers & Co. over de verkoop van zijn dochteronderneming Fidea voor een totaal bedrag van 243,6 miljoen euro, met inbegrip van een voorafgaandelijk dividend van 22,6 miljoen euro en onderhevig aan prijsaanpassingen op het moment van afronding van de transactie. Die transactie maakt in totaal 0,1 miljard euro kapitaal vrij voor KBC, voornamelijk door de vermindering van de risicogewogen activa met 1,8 miljard euro. De totale positieve invloed op de Tier 1-ratio van KBC ligt rond 0,1%. De transactie heeft een invloed op de resultaten van ongeveer -0,1 miljard euro. De transactie zal worden afgerond na goedkeuring door de toezichthouder.
Een aantal bedrijven staat nog op het desinvesteringsprogramma. De verkoopprocessen voor Kredyt Bank, Warta en KBC Bank Deutschland zijn opgestart en de dossiers voor de verkoop van Antwerpse Diamantbank worden voorbereid.
De belangrijkste doelstelling van KBC is en blijft het plan binnen het overeengekomen tijdskader uit te voeren en de Belgische overheden tijdig terug te betalen. KBC neemt zich ook voor een reglementaire Tier 1-kapitaalratio van 11% aan te houden, volgens de Basel II-solvabiliteitsregels.

Andere belangrijke gebeurtenissen in het derde kwartaal van 2011:
De verslechterende schuldpositie van Griekenland op de financiële markten heeft geleid tot de boeking van een bijkomende waardevermindering van 126 miljoen euro (na belastingen) op onze portefeuille Griekse overheidsobligaties (totale geboekte waardevermindering bedraagt nu 58% van de nominale waarde). Daarnaast werd een voorziening van 174 miljoen euro (na belastingen) aangelegd met betrekking tot de voorwaardelijke terugbetalingsintentie van KBC ten opzichte van zijn retailcliënten voor de 5/5/5-producten.
In september trad in Hongarije de wet op de herschikking van schulden in vreemde valuta in werking. Hoewel de zaak voor het Grondwettelijk Hof in Boedapest werd gebracht, heeft KBC voor die portefeuille een waardevermindering geboekt van 74 miljoen euro na belastingen, uitgaande van een schatting dat 20% zijn krediet vervroegd zal terugbetalen.
Voor Bulgarije heeft een grondige evaluatie van de onderliggende activawaarden geleid tot de boeking van een waardevermindering van 96 miljoen euro. Er werd ook een waardevermindering van 53 miljoen euro geboekt op de goodwill voor CIBank.
Door de daling van de beurs moest een waardevermindering van 87 miljoen euro (vóór en na belastingen) op de aandelenportefeuille worden geboekt.
Omdat de economie en de Ierse markt niet zijn verbeterd zoals we hadden verwacht en omdat de besparingsmaatregelen de gezinnen zwaar hebben getroffen, werd een kredietvoorziening van 164 miljoen euro (na belastingen) geboekt voor de Ierse kredietportefeuille.
De aanzienlijke verbreding van de creditspreads op bedrijfsobligaties en ABS'en tussen eind juni en eind september heeft geleid tot een afwaardering van de CDO's in portefeuille met 0,6 miljard euro (na belastingen).
De aanzienlijke verbreding van de spreads op overheidsobligaties tussen eind juni en eind september resulteerde in een negatieve marked-to-marketaanpassing van de waarde van de tradingderivaten die als afdekkingsinstrument worden gebruikt van 0,2 miljard euro.
De verbreding van de creditspread van KBC tussen eind juni en eind september leidde dan weer tot een positieve marked-to-marketaanpassing van 0,2 miljard euro (na belastingen) voor het eigen kredietrisico van KBC.
o Volgens de EBA-stresstest op basis van de cijfers van eind juni (zie KBC-persbericht van 27 oktober 2011) voldeden zowel KBC Groep als KBC Bank aan de core Tier 1-drempel van 9%, zoals bepaald door de EBA (kapitaalpositie volgens Basel2.5, gecorrigeerd voor de afwaardering van de overheidsobligaties in portefeuille gebaseerd op marktkoersen van 30 september 2011). De voorlopige kapitaalbuffer die is vastgesteld eind juni is voldoende om de resultaten van het derde kwartaal van 2011 te dekken. Een update van het resultaat van de EBA-oefening op basis van de posities en marktkoersen op 30 september zal naar alle verwachting worden gepubliceerd in november 2011.

We hebben ook een aantal acties ondernomen om de volatiliteit van onze resultaten te verminderen. In het derde kwartaal hebben we ons CDO-risico verlaagd met 2,5 miljard euro; dat is een daling met 12% van het uitstaande notionele bedrag. Dat werd bereikt door vervroegde stopzettingen en verkopen tegen beperkte kosten. In het derde kwartaal hebben we ons ABS-risico verlaagd met 0,7 miljard euro; dat is een daling met 17% van het uitstaande notionele bedrag. Dat werd bereikt door verkopen tegen beperkte kosten.
KBC heeft op de marktontwikkelingen van de voorbije maanden ingespeeld door op een efficiënte wijze zijn positie overheidsobligaties van de PIIGS-landen te verminderen van 9,6 miljard euro op 30 juni 2011 naar 6,7 miljard euro op 30 september 2011. Sindsdien heeft KBC zijn positie bovendien nog verder afgebouwd met een nominaal bedrag van 1,6 miljard euro (tegen eind oktober).
De Belgische toezichthouder heeft ons bevestigd dat de Yield Enhanced Securities (YES) volledig zullen worden toegelaten ('grandfathered') als kernkapitaal (common equity) onder het huidige CRD 4-voorstel.

* Dit nieuwsbericht bevat informatie waarop de transparantieregelgeving voor beursgenoteerde bedrijven van toepassing is





Beperkte weergave !
Leden hebben toegang tot meer informatie! Omdat u nog geen lid bent of niet staat ingelogd, ziet u nu een beperktere pagina. Wordt daarom GRATIS Lid of login met uw wachtwoord


Copyrights © 2000 by XEA.nl all rights reserved
Niets mag zonder toestemming van de redactie worden gekopieerd, linken naar deze pagina is wel toegestaan.


Copyrights © DEBELEGGERSADVISEUR.NL