Resultaten van de eerste Fase IIb klinische studie met het therapeutisch E1 vaccin in hepatitis C

Alleen voor leden beschikbaar, wordt daarom gratis lid!

Algemeen advies 01/06/2005 12:55
Onverwachte resultaten in de placebo groep leiden tot verlenging van het klinisch programma
Gent (België) - 1 juni 2005 - Innogenetics heeft vandaag de resultaten bekend gemaakt van de eerste Fase IIb klinische studie met het E1 kandidaat therapeutisch vaccin voor patiënten chronisch geïnfecteerd met het hepatitis C virus (HCV). De resultaten bevestigden niet alleen dat het kandidaat-vaccin veilig is en goed verdragen wordt, maar ook dat het in staat is een immuunrespons op te wekken en leverfibrose te stabiliseren in patiënten. Onverwacht echter waren de resultaten in de placebogroep, die een tragere achteruitgang van de lever (fibrose) vertoonden dan beschreven in de literatuur. Daardoor was het verschil tussen de patiëntengroep die werd behandeld met het kandidaat-vaccin en deze die werd behandeld met placebo uiteindelijk statistisch niet significant, en zijn de resultaten van deze eerste studie bijgevolg niet conclusief. Dit onverwacht klein verschil tussen de vaccin- en de placebogroep is mogelijk beïnvloed door factoren zoals dosis of duur van de behandeling. Daarom, op voorstel van enkele van de belangrijkste investigatoren, is Innogenetics van plan om de behandelingsperiode van de lopende tweede Fase IIb studie te verlengen met minstens 15 maanden. Dit voorstel dient bevestigd en uitgewerkt te worden op de vergadering met alle investigatoren die eind juni zal plaatsvinden.

Het klinisch programma
In 2001 kon Innogenetics met succes de Fase I klinische studies afronden van zijn meest gevorderd therapeutisch product, het kandidaat therapeutisch vaccin voor chronische hepatitis C (genotype 1) dat gebaseerd is op E1 (zie bijlage 1), een viraal kapseleiwit. De Fase I studie, uitgevoerd in gezonde vrijwilligers, toonde aan dat het vaccin zeer goed werd verdragen en een krachtige immuunrespons opwekte. Vervolgens werd het Fase II klinisch programma aangevat om de werkzaamheid te onderzoeken, het optimale dosisregime te bepalen, en de veiligheid en verdraagbaarheid van het vaccin verder te evalueren in patiënten.

De Fase IIa studie bevestigde de sterke immuunrespons in patiënten. Leverfibrose (beschadiging van het leverweefsel) stabiliseerde na 17 maanden, en bleek zelfs te verbeteren na 3 jaar.

Het Fase IIb klinisch programma omvat twee studies, die voornamelijk verschillen in de dosis en de herkomst van het vaccin materiaal. In de eerste studie (studie 916) werd E1 geproduceerd in zoogdiercellen (mammalian) toegediend in een dosis van 20 microgram (HCV E1m vaccin). De nog lopende studie (studie 918) wordt uitgevoerd met E1 materiaal geproduceerd in gist (yeast), met 50 microgram per dosis (HCV E1y vaccin).

Resultaten
De belangrijkste resultaten van de studie zijn ondertussen geanalyseerd en besproken met de hoofdinvestigatoren.

De veiligheid en verdraagbaarheid van het vaccin werden eens te meer bevestigd.

In patiënten behandeld met het vaccin werden sterke en significante immuunresponsen (humoraal en cellulair) aangetoond tegen het virale eiwit E1.

De leverfibrose in patiënten behandeld met het vaccin stabiliseerde (een gemiddelde verandering van 0.01 in Ishak fibrose score*), zoals eerder werd gezien na 17 maanden in de Fase IIa klinische studie De leverfibrose in de placebogroep daarentegen verergerde maar half zo snel als zou verwacht worden gebaseerd op de beschikbare literatuurdata (de gemiddelde verandering in Ishak fibrose score was 0.12, terwijl in de literatuur minstens een achteruitgang van 0.25 wordt gerapporteerd*).

Door de niet te voorziene trage achteruitgang in de placebogroep was het verschil in leverfibrose score tussen de vaccin-behandelde en placebogroep uiteindelijk niet statistisch significant.

Besluit
In alle belangrijke parameters (veiligheid, immunologie, histologie) bevestigde de eerste Fase IIb klinische studie (studie 916) de resultaten die eerder gezien werden in de Fase IIa klinische studie. De placebogroep daarentegen vertoonde onverwacht een veel tragere achteruitgang van de lever (fibrose) dan beschreven in de literatuur.

Daardoor was het verschil tussen de patiëntengroep behandeld met het vaccin en de groep behandeld met placebo uiteindelijk niet statistisch significant, en zijn de resultaten van deze eerste studie bijgevolg niet conclusief. Innogenetics is ervan overtuigd dat factoren zoals een hogere dosis en/of een langere behandelingsduur het verschil tussen de vaccin- en de placebogroep zullen vergroten.

Tijdens de geplande vergadering met alle investigatoren, die eind juni zal plaatsvinden, zal Innogenetics bijgevolg voorstellen om de lopende Fase IIb klinische studie (studie 918) te verlengen met minstens 15 maanden. Afhankelijk van de uiteindelijke duur van de verlenging kunnen de resultaten half 2007 verwacht worden.

Guy Buyens, Chief Therapeutics Officer, licht toe: "We hebben deze resultaten besproken met een panel van hoofdinvestigatoren (Prof. Horsmans, UCL; Prof. Nevens, KUL; Prof. Van Vlierberghe, RUG; Prof. Wedemeyer, MH Hannover). De resultaten in de placebogroep in studie 916 waren inderdaad nogal onverwacht. Aangezien het kandidaat-vaccin eens te meer een sterke immuunrespons opwekte en op het vlak van histologie de resultaten van de Fase IIa klinische studie volledig bevestigde, stellen de belangrijkste investigatoren, een verlenging van de tweede studie in het Fase IIb klinisch programma, voor. In deze studie worden patiënten behandeld met een hogere dosis (50 in plaats van 20 microgram) van materiaal geproduceerd in gist. Door de studie te verlengen met minstens 15 maanden zullen we ook in staat zijn om het effect van een langere behandelingsduur onderzoeken. De combinatie van de voorgestelde langere behandelingsduur met de hogere dosis zal de design van de studie optimaliseren om werkzaamheid aan te tonen."

* De Ishak scoring methode wordt gebruikt om de leverfibrose te evalueren. Dit scoresysteem is algemeen aanvaard om in therapeutische studies leverfibrose en -inflammatie semi-kwantitatief te beoordelen.

Frank Morich, CEO van Innogenetics, voegt daaraan toe: "De resultaten van deze eerste Fase IIb klinische studie zijn niet helemaal wat we hadden verhoopt, maar we blijven vertrouwen hebben in het potentieel van ons therapeutisch E1 vaccin. Het blijft het voornaamste project binnen onze therapeutische vaccinporfolio. De volgende cruciale mijlpaal voor dit programma valt nu te verwachten ongeveer halfweg 2007.

De onmiddellijke gevolgen voor Innogenetics als bedrijf zijn beperkt. Onze groeiplannen voor onze "specialty-diagnostics" afdeling blijven ongewijzigd, en de globale vooruitzichten voor de therapeutische afdeling worden niet beïnvloed; de andere projecten verder lopen verder zoals gepland."




Beperkte weergave !
Leden hebben toegang tot meer informatie! Omdat u nog geen lid bent of niet staat ingelogd, ziet u nu een beperktere pagina. Wordt daarom GRATIS Lid of login met uw wachtwoord


Copyrights © 2000 by XEA.nl all rights reserved
Niets mag zonder toestemming van de redactie worden gekopieerd, linken naar deze pagina is wel toegestaan.


Copyrights © DEBELEGGERSADVISEUR.NL