Bij de bekendmaking van het fusieproject tussen SUEZ en Gaz de France en de voorstelling van dit project aan de Belgische regering, op 9 maart jongstleden, heeft deze zich positief uitgelaten over het project. Bij deze gelegenheid is de regering nogmaals teruggekomen op het belang dat zij hecht aan de verbetering van de Belgische markt van elektriciteitsproductie. In dat verband drukte ze de wens uit dat bijkomende maatregelen zouden worden toegevoegd aan het akkoord afgesloten in de herfst 2005 (Pax Electrica).

Doelstelling van de regering is het aantal elektriciteitsproducenten te verhogen zodat er, naast de Groep, minstens twee andere spelers actief zijn op de productiemarkt.

In dit kader zijn SUEZ en Electrabel volgende verbintenissen aangegaan in het licht van de fusie tussen SUEZ en Gaz de France:

 De groep stemt ermee in een akkoord te sluiten met SPE over een verhoging van haar aandeel, met 250 MW, in de reeds bestaande mede-eigendom van Doel 3 & 4 en Tihange 2 & 3 die Electrabel en SPE verbindt. De Groep aanvaardt eveneens om met SPE langetermijncontracten af te sluiten, dit voor een capaciteit van 285 MW. Na afloop kunnen deze contracten worden omgevormd tot mede-eigendom. Deze overeenkomsten zullen worden uitgevoerd tegen economische voorwaarden die globaal concurrerend en evenwichtig zijn. Er zal ook worden overgegaan tot een uitwisseling van capaciteit waarbij de 100 MW die SPE nu bezit in de centrale van Chooz B, wordt geruild tegen 100 MW in Doel 3 & 4 en Tihange 2 & 3. De totale nucleaire capaciteit van de Groep in Frankrijk zal zo worden opgetrokken tot 1.200 MW.

 In overeenstemming met het engagement van de Groep en in het kader van de doelstellingen van de regering, zal de Groep de mogelijkheid verder onderzoeken om, op basis van onderhandelingen en mits evenwichtige afspraken, met andere actoren activa uit te wisselen in de loop van het eerste semester 2007. Dit perspectief past in de strategie van de groep en zal zijn ontwikkeling in Europa versnellen, zonder zijn algemene productiecapaciteit – 58.000 MW op vandaag - en zijn rentabiliteit op lange termijn aan te tasten.

 Conform de evoluties op andere Europese markten heeft de Groep zich er toe verbonden om gedurende de uitvoeringsperiode voor bovenvermelde maatregelen de elektriciteitsprijzen aan de residentiële klanten niet te verhogen, behalve in uitzonderlijke gevallen. De Groep zal blijven bijdragen tot de bevoorradingszekerheid van het land door middel van een investeringsplan en zal zijn inspanningen om competitieve prijzen aan te bieden verder zetten. Daarenboven zal de Groep voorstellen uitwerken om lange termijn contracten voor de grote industriële verbruikers.

 Naar aanleiding van de tussenkomst van de regering in het kader van de recente evolutie van de energie-uitgaven van de gezinnen, bevestigt de Groep haar eerder genomen principeakkoord om een eenmalige bijdrage te leveren van € 100 miljoen.

 De regering bevestigt het belang dat zij hecht aan het behoud van een duurzame relatie met de sector via adequate overlegmechanismen en om, van daaruit, de algemene stabiliteit te garanderen van het reglementaire kader dat van toepassing is op de Groep.


 Tevens zullen maatregelen worden bestudeerd die de controle van de Belgische staat op de nucleaire provisies versterken en het gebruik ervan voor investeringen in België bevorderen, zonder het bestaande regime te herzien voor wat betreft de rechten en plichten van de nucleaire exploitant. Een juridische structuur, waarin de Belgische staat en Synatom zijn verenigd, zal worden opgericht om de huidige taken van het opvolgingscomité over te nemen.


Gérard Mestrallet, Directeur Generaal van SUEZ en Jean-Pierre Hansen, Gedelegeerd Bestuurder van Electrabel, verklaren dat: “De organisatie van de elektriciteitssector in België is historisch gegrondvest op een samenwerking tussen de overheden – zowel op federaal en regionaal als gemeentelijk niveau – en onze Groep. Dit model van publiek-private samenwerking is efficiënt gebleken. Meer in het algemeen is een nauwe samenwerking met de overheden eigen aan onze activiteiten en aan de filosofie van onze Groep, dit met het oog op een duurzame integratie van onze activiteiten in de verschillende landen waar wij investeren.

Het is in deze context dat de voormelde verbintenissen die wij genomen hebben tegenover de Staat moeten worden gesitueerd. Deze maatregelen zullen de nieuwe Groep, ontstaan uit de fusie van SUEZ en Gaz de France, eveneens toelaten zijn positie op de kernmarkt, Benelux en Frankrijk, te verstevigen en tegelijk zijn aanwezigheid op de Europese schaakbord verder te ontwikkelen.”