Schiphol Group zal in het tweede halfjaar van 2006 als gevolg van de vaststelling van haar fiscale openingsbalans een eenmalig positief resultaat boeken van circa EUR 370 miljoen. Het resultaat leidt tot de vorming van een latente belastingvordering en levert nu geen direct kasstroomeffect op.

Schiphol Group is sinds 1 januari 2002 onderworpen aan winstbelasting. Als gevolg daarvan is in overleg met de Belastingdienst de fiscale openingsbalans per 1 januari 2002 vastgesteld. Dit proces, dat meerdere jaren kost, is recent afgerond.

Het eigen vermogen in de vastgestelde fiscale openingsbalans per 1 januari 2002 is EUR 1.322 miljoen hoger dan het eigen vermogen in de commerciële balans van Schiphol Group op die datum.
Het verschil tussen het eigen vermogen (EUR 1.860 miljoen) en fiscaal vermogen (EUR 3.182 miljoen) wordt vooral veroorzaakt door een hogere fiscale waardering van gronden. Deze worden in de jaarrekening van Schiphol Group gewaardeerd tegen historische kostprijs, terwijl zij in de fiscale openingsbalans worden gewaardeerd tegen de reële waarde per 1 januari 2002. Dit betekent dat bij realisatie van deze hogere waarde, bijvoorbeeld als gevolg van uitgifte, verkoop of ontwikkeling van de betreffende gronden, minder belasting behoeft te worden betaald.
Bij een winstbelastingpercentage van 29,6% levert dit verschil Schiphol Group een éénmalige bate op van circa EUR 370 miljoen dat in de winst- en verliesrekening wordt verantwoord op de regel winstbelasting.

Een belangrijk deel van het eenmalige voordeel (circa EUR 318 miljoen) moet onder IFRS in één keer volledig als een latente belastingvordering worden opgenomen onder de financiële vaste activa. Eventuele onzekerheid voor wat betreft het moment én de kans dat de gronden worden uitgegeven, verkocht of ontwikkeld wordt daarbij niet in aanmerking genomen. Pas bij de daadwerkelijke uitgifte, verkoop of ontwikkeling van de grond is ook sprake van een positief kasstroom effect, als gevolg van per saldo lager af te dragen winstbelasting.

Het resterende deel van het eenmalige voordeel (circa EUR 52 miljoen) betreft een vrijval van latente en kortlopende belastingverplichtingen.

Circa EUR 100 miljoen van de latente belastingvordering van circa EUR 318 miljoen heeft betrekking op operationele gronden die worden aangewend ten dienste van het luchthavenproces. Deze operationele gronden kunnen pas worden uitgegeven, verkocht of ontwikkelt indien zij aan hun huidige, operationele gebruik worden onttrokken. Dit laatste is voorlopig niet aan de orde. Daarom zal een belangrijk deel van de latente belastingvordering onder de financiële vaste activa op de balans van Schiphol Group blijven staan en naar alle waarschijnlijkheid niet tot een daadwerkelijk positief kasstroomeffect leiden.

Indien de Eerste Kamer in het kader van het wetsvoorstel "werken aan winst" het winstbelastingpercentage verlaagt van 29,5% naar 25,5% wordt het eenmalig positief resultaat van circa EUR 370 miljoen een bedrag van circa EUR 326 miljoen.